BELEIDSMAATREGELEN VOOR MINDER VOEDSELVERSPILLING EN
MEER
SOCIALE TEWERKSTELLING IN DE EU:
Voordelen voor de EU en haar lidstaten
Door Isabela Vera
De Engelse organisatie Feedback publiceerde onlangs haar beleidsaanbevelingen. Die zijn gebaseerd op de resultaten van FLAVOUR, een
innovatief project dat gefinancierd wordt
door het Interreg 2 Seas-programma van de EU. Het doel van het project:
voedselverspilling
aanpakken en tegelijkertijd inclusieve banen in de
sociale economie ondersteunen. Isabela Vera, auteur van het rapport,
gaat in op de
belangrijkste bevindingen.
Voedselverspilling is een belangrijk klimaatprobleem, en het verminderen
van voedselverspilling kan voordelen opleveren voor zowel het milieu als
de samenleving.
Voedselverspilling is verantwoordelijk voor ongeveer 6-8%
van de
broeikasgasemissies (BKG) die de mens veroorzaakt op wereldschaal.
In de
EU wordt jaarlijks ongeveer 88 miljoen ton voedselafval gegenereerd,
wat 143 miljard euro kost en goed is voor ongeveer 20% van de totale
voedselproductie.
Als de EU haar doelstellingen wil behalen om de
voedselverspilling tegen
2030 te halveren, de broeikasgasemissies tegen
2030 met ten minste 55% te verminderen en tegen 2050 klimaatneutraliteit
te bereiken, moet de EU
ocussen op de vermindering van
voedselverspilling. In de eerste plaats door voedseloverschotten te voorkomen, in de tweede plaats door de sociale economie te ondersteunen. Die sector kan voor effectieve herverdeling
zorgen van voedselverspilling die we niet kunnen voorkomen.
Vooral de sociale economie is veelbelovend. Een effectieve
distributie van voedseloverschotten kunnen we als hefboom gebruiken om
andere cruciale sociale doelstellingen te verwezenlijken. Dat omvat de
ondersteuning van de sociale economie en het verschaffen van
werkgelegenheid aan mensen die
ver van de arbeidsmarkt staan: mensen die
als gevolg van sociale of economische marginalisering moeilijkheden
ondervinden bij het vinden van
zinvol werk.
Arbeidsmarktintegratie is een belangrijke doelstelling van de Green Deal en het COVID-herstelplan
van de EU. In het recente verslag van de
Commissie over werkgelegenheid
in 2022 wordt aangegeven dat er door de toenemende tekorten aan
arbeidskrachten en vaardigheden in sommige
sectoren extra aandacht
moeten worden besteed aan de deelname aan volwasseneneducatie.
Een bloeiende sociale economie
is van cruciaal belang om deze doelstellingen te verwezenlijken: met
2,8 miljoen sociale organisaties en entiteiten in Europa zorgen
organisaties in de sociale economie voor bijna 14 miljoen banen. Sociale
organisaties die zich richten op de integratie van kwetsbare
werknemers, spelen een bijzonder belangrijke rol bij de opbouw van
inclusieve economieën.
Uit een onderzoek (2020) door het Europees netwerk van
ondernemingen voor sociale
integratie (ENSIE) bij ongeveer 400 sociale
organisaties in 10 Europese landen, bleek dat 80% van de 10.136 kansarme
werknemers aan het
werk bleef na hun eerste plaatsing. 40% van deze
werknemers waren vrouwen, wat belangrijk is vanwege het onevenredige
effect van de COVID-
19-pandemie op de arbeidsmarktparticipatie van
vrouwen.
Ongeveer een derde van de organisaties die ENSIE heeft
onderzocht, was actief in de
levensmiddelen-, restaurant- of
kantinesector. Hieruit blijkt dat zij zowel sociale – en milieuproblemen
in ons voedselsysteem kunnen oplossen.
FLAVOUR is een innovatief voedselverspillingsproject dat gefinancierd
wordt door het Interreg 2 Zeeën Mers Zeeën 2014-2020-programma van de
EU.
Het ondersteunt Europese sociale organisaties zoals Panier de la Mer
in Frankrijk en de steden Brugge, Mechelen en Antwerpen in Vlaanderen
om mensen uit gemarginaliseerde gemeenschappen in dienst te nemen om
voedseloverschotten te herverdelen onder mensen in voedselarmoede. Een
andere activiteit bestaat erin voedseloverschotten te herwaarderen tot
nieuwe, heerlijke producten.
De bevindingen van het project zijn duidelijk: hoewel
sociale
organisaties rond voedseloverschotten de problemen van
voedselverspilling en voedselonzekerheid niet alleen kunnen
oplossen,
kunnen zij waardevolle werkgelegenheid bieden aan
mensen die moeilijk
toegang krijgen tot de arbeidsmarkt.
Veel organisaties in de sector hebben echter moeite om aan het kapitaal
te komen dat ze nodig hebben voor voldoende personeel, infrastructuur en
verwerkingsfaciliteiten. Zij hebben ook moeite om zich een weg te banen
door de complexe EU-regelgeving, die beperkingen oplegt aan de duur van
door de overheid gesubsidieerde arbeidscontracten en de opleiding van
gemarginaliseerde werknemers. Dit heeft tot gevolg dat deze werknemers
gedwongen worden hun baan op te geven voordat ze klaar zijn om op de
lange termijn opnieuw in de arbeidsmarkt te integreren.
"DE EU ZOU
MOETEN OVERWEGEN OM TE ONDERZOEKEN WELKE SCHADE ZIJ DE SOCIALE ECONOMIE
TOEBRENGT DOOR DE VRIJE MARKT VOOROP TE STELLEN."
~ Gorik Ooms
“Je zou kunnen zeggen dat de EU de sociale economie over het
algemeen ondersteunt . Vooral in landen waar de sociale economie nog in
de kinderschoenen
staat”, zegt Gorik Ooms, beleidsadviseur bij Herw!in,
de Lead organisatie van FLAVOUR. “Maar de grote focus
van de EU op vrijemarktprincipes en de
strenge beperkingen die zij als
gevolg daarvan oplegt aan staatssteun, creëren problemen. De
sociale economie berust op publieke
verantwoordelijkheid en dus op
staten, die het volk vertegenwoordigen, die individuen en gemeenschappen
steunen. Dat betekent overheidssteun.
Staatssteun is vaak een goede en
noodzakelijke zaak, maar de EU moet serieus overwegen te onderzoeken
welke schade zij de sociale economie toebrengt
door de beginselen van de
vrije markt voorop te stellen.”
Betere beleidsvorming ter
ondersteuning van een circulaire economie, afvalbeheer en
werkgelegenheid in de EU en haar lidstaten kan kansen creëren voor
sociale organisaties zoals de FLAVOUR pilots. Die maken gebruik van
voedseloverschotten om werkgelegenheid te creëren voor mensen met een
grote afstand tot de arbeidsmarkt. Naast gerichte inspanningen om
voedseloverschotten te voorkomen, moeten beleidsmakers de sociale
economie en organisaties die voedselverspilling bestrijden verder
ondersteunen door:
- De Algemene Groepsvrijstellingsverordening (GBER) van de Europese Commissie herzien, die momenteel de overheidssteun voor sociale organisaties die gemarginaliseerde werknemers in dienst nemen, strikt beperkt. Deze herziening zou kunnen beginnen met het herformuleren van het huidige binaire onderscheid tussen economische en liefdadigheidsactiviteiten in de EU en het mogelijk maken dat in de sociale economie langere contracten en meer opleiding met staatssteun worden gesubsidieerd.
- Activiteiten van sociale organisaties subsidiëren die met voedseloverschotten werken, met geld van bedrijven die in de eerste plaats voedselverspilling veroorzaken, volgens het principe “de vervuiler betaalt”.
- Nationale of regionale wetten stroomlijnen die het vermogen beperken van sociale organisaties om mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt in dienst te nemen.
- Aandacht geven aan Gendergelijkheid en sociale integratie bij het koppelen van organisaties die met voedseloverschotten werken aan werknemers van arbeidsintegratieprogramma’s. Zeker in het licht van de negatieve gevolgen van de COVID-19-pandemie voor vrouwelijke werknemers en werknemers met gemarginaliseerde identiteiten.
"DE EU MOET
EEN BINDENDE DOELSTELLING STELLEN VOOR ALLE LIDSTATEN OM DE HOEVEELHEID VOEDSELVERSPILLING VAN FARM TO FORK MET 50% TE VERMINDEREN."
~ Simon Martens
“Kwetsbare mensen in dienst nemen om voedseloverschotten te herverdelen
is niet de oplossing voor voedselverspilling of voedselonzekerheid”,
zegt Simon
Martens, projectmanager bij HERW!N. “Om voedselverspilling
bij de bron aan te pakken, moet de EU een bindende doelstelling stellen
voor alle lidstaten om voedselverspilling van farm to fork met 50% te
verminderen. Zelfs in een duurzaam voedselsysteem zullen er
voedseloverschotten zijn. Sociale tewerkstelling
kan een waardevolle
aanvullende oplossing zijn om die voedseloverschotten te redden. Voor beleidsmakers is het ondersteunen van inclusieve banen in
de sector van de voedseloverschotten een uitgelezen kans.”